Interview met plastisch chirurg Oscar van Kooten
Behandeling van vuurwerk slachtoffers
Plastisch chirurg Oscar van Kooten is geschrokken van het grote aantal zeer jonge vuurwerkslachtoffers dat hij sinds 31 december onder behandeling heeft. Hij zocht deze week de publiciteit om de effecten te kunnen laten zien van wat hij agressief en destructief vuurwerk noemt. Hij heeft er nog steeds handenvol werk aan. Van Kooten hoopt dat vooral ouders er iets van leren. Hij legt zijn goede linkerhand op tafel en wijst met zijn goede rechterhand aan waar bij een slachtoffer zenuwen zijn afgescheurd, welke inmiddels verdwenen vingers gebroken waren, welke pezen kapot waren getrokken, welke vingertopjes geamputeerd moesten worden.
Chirurg schrikt van Twentse vuurwerkmoraal
Chirurg Van Kooten heeft tien vingers die het goed doen. Hij had ze allemaal nodig om al die vernielde handen zo goed mogelijk te repareren. Met zijn goede rechter- en linkerhand tikt chirurg Ralph de Wit op het toetsenbord van een computer tot er een röntgenfoto verschijnt van een verminkte ‘klauw’. Het ziet er niet half zo gruwelijk uit als de eerder getoonde foto’s van de buitenkant. Daarna wijst hij met zijn goede vingers aan hoe hij pinnen in de botresten heeft gezet om zo veel mogelijk te herstellen. Tenslotte toont hij het resultaat: een dichtgenaaid handmidden met links en rechts uitsteeksels: een duim en een pink. Zonder zijn goede vingers had De Wit dit niet kunnen maken. “Laten jullie deze foto’s zien in de krant”, willen Van Kooten en De Wit weten. Ze zijn gruwelijk, maar de keiharde realiteit. De vrouw van wie de verminkte hand is, heeft toestemming gegeven om ze te gebruiken. Niet roekeloos gedrag maar een direct exploderende pot was de oorzaak. Zij vinden het belangrijk dat de ongelooflijke letselschade die vuurwerk kan toebrengen, onder de aandacht komt.
Van Kooten wil dat de boodschap inslaat.
“Dat is beter dan dat vuurwerk inslaat”. Oud en nieuw in het oosten heeft Oscar van Kooten verbaasd. Meestal is het in de Randstad erger dan in Twente. Maar op het terrein van vuurwerk ligt dat anders. Tot die conclusie is Van Kooten gekomen, die vorige week zijn eerste oud en nieuw als plastisch chirurg van het Medisch Spectrum Twente in Enschede meemaakte. Hij wist niet wat hij zag vanaf negen uur ’s ochtends: zo veel slachtoffers en zo jong. Vier jaar werkte Van Kooten in het Academisch Ziekenhuis in Amsterdam. In die tijd kwam hij twee slachtoffers tegen met zwaar verminkte handen. Hier in Enschede, waar hij in november begon, telde hij dat aantal al bij zijn eerste jaarwisseling. “Ik ben er echt van geschrokken”, zegt hij.
In totaal kregen Van Kooten en zijn collega De Wit rond de dertig slachtoffers onder behandeling die geopereerd moesten worden. Tegen de zestig meldden zich met minder heftig letsel. “Het begint vanaf tien jaar”, zegt Van Kooten. “De meeste kinderen hebben kapotte handen door patronen. Ik heb de indruk dat ze gespeeld hebben met illegaal in Duitsland gehaald vuurwerk. Daar moeten ze toch samen met hun ouders naartoe zijn gegaan.” De meeste schade betrof handen, maar vier patiënten hadden ook ernstig oogletsel. Van Kooten noch De Wit vindt de behandelkamer een plek voor een preek. De Wit: “Thuis denk ik wel eens: Wat zijn ze stom geweest, maar het heeft geen zin om het tegen de patiënt zelf te zeggen. Ik geef geen waardeoordeel, maar probeer er het beste van te maken.”
Van Kooten vertelt dat de slachtoffers en hun ouders tijd nodig hebben voor ze zich de gevolgen helemaal realiseren. “De grootste schok treedt meestal op als ze voor het eerst de verwonding goed zien in het ziekenhuis, als we het verband eraf halen waarmee het thuis was afgedekt. Maar het duurt nog langer voor ze beseffen dat het met een operatie niet klaar is. Er was een voetballer bij die dacht snel weer training te kunnen gaan geven. Die moet echt nog de knop omzetten en begrijpen dat zijn leven een heel andere wending neemt.” “Bij de ernstige verwondingen die we hebben gezien is een revalidatie van een jaar nodig. En dan nog zal nooit meer alle functionaliteit terugkeren “, vertelt hij. Dikwijls zijn er nieuwe operaties nodig om littekenweefsel te verwijderen of om overgebleven vingers op een betere plek neer te zetten. Gerepareerde vingers moeten voortdurend worden bewogen om te voorkomen dat ze helemaal stijf worden. Er is vaak een lange weg te gaan.
Van Kooten gist naar een verklaring voor het verschil in schade tussen Twente en Amsterdam. Misschien wordt er in de Randstad terughoudender met vuurwerk omgegaan, omdat er minder ruimte is. Misschien wordt er minder illegaal geïmporteerd, omdat de hoofdstad nu eenmaal verder van Duitsland of België ligt. Zeker weten doet Van Kooten het niet. Evenmin weet hij of er maatregelen te nemen zijn waardoor dit grote aantal in de toekomst verminderd kan worden. Zijn bijdrage met dit verhaal is de waarschuwing, die hij december dit jaar nog eens wil herhalen.
Geplaatst met toestemming van dagblad De Twentsche Courant Tubantia.