Een ouderdomswrat (Verruca seborrhoica) is een volkomen goedaardig ‘aangroeisel’ van de huid. Zij ontstaan meestal op de volwassen leeftijd.
Hoe zien ze eruit?
De ouderdomswrat kan vele gedaanten aannemen. Soms is het een ruwe, halfbolvormige, wratachtige plek. Soms zijn ze heel dun (vooral in het gezicht) en lijken zij meer een bruine vlek dan een wrat. Ook kunnen zij vele kleuren vertonen: van huidkleurig tot donkerbruin en zelfs zwart. Ook kunnen meerdere kleuren in een wrat voorkomen. Het wekt dus geen verbazing dat ouderdomswratten daarom nog wel eens ten onrechte worden aangezien voor melanomen of andere gepigmenteerde huidafwijkingen. Sommige mensen kunnen vele honderden ouderdomswratten ontwikkelen. De afmeting van de wratten varieert van enkele millimeters tot enkele centimeters.
Waardoor worden ouderdomswratten veroorzaakt?
Ouderdomswratten ontstaan in de opperhuid. De oorzaak van hun ontstaan is onbekend. Zij ontstaan zowel op aan zonlicht blootgestelde huid als op huid die relatief weinig door zonlicht beschadigd is. Wel bestaat de indruk dat mensen die in het verleden relatief veel aan de zon zijn blootgesteld een grotere kans hebben op het ontwikkelen van (veel) ouderdomswratten dan anderen.
Hoe kunnen ze worden behandeld?
Omdat de wratten enkel in de opperhuid verankerd liggen kunnen ze eenvoudig van de huid worden geschraapt met een zgn ‘scherpe lepel’. Er blijft dan een klein schaafwondje over dat over het algemeen fraai geneest. Voor de behandeling van heel vlakke ouderdomswratten in het gelaat wordt meestal vloeibare stikstof gebruikt. Hiermee worden de wratjes zeer kort bevroren en vallen zij na verloop van een aantal dagen vanzelf af.
Operatieve methoden
In veel gevallen zal deze huidafwijking ook onder plaatselijke verdoving chirurgisch worden verwijderd (excisie), waarbij rekening wordt gehouden met het beste cosmetische resultaat. Als het niet mogelijk is de wondranden direct te sluiten, zal gebruik worden gemaakt van een ‘plastiek’: een techniek waarbij huid van elders wordt verschoven om de wond toch mooi te kunnen sluiten.
Nadat u plaats heeft genomen op de behandeltafel, wordt het te behandelen gebied schoongemaakt en gedesinfecteerd. Dan volgt er een plaatselijke verdoving door middel van een injectie. Het inspuiten van de vloeistof voelt wat branderig aan. Na de verdoving voelt u geen pijn meer, wel voelt u dat de arts bezig is. Het te opereren gebied wordt afgedekt met een steriele doek die u niet aan mag raken. Om de huid na het verwijderen van de tumor weer goed te kunnen sluiten wordt de tumor meestal met een ovaalvormig stukje huid verwijderd. Er wordt altijd enkele millimeters marge genomen om er zeker van te zijn dat de tumor geheel verwijderd wordt. De randen van de operatiewond worden vervolgens naar elkaar toe gebracht en gehecht. De huidtumor wordt opgestuurd voor pathologisch, microscopisch onderzoek. Meestal is de uitslag na 7 tot 10 dagen bekend
Na de ingreep krijgt u een pleister die u moet laten zitten tot nader order. Als u in het gezicht bent geopereerd worden de hechtingen meestal na een week verwijderd. Elders op het lichaam worden de hechtingen na twee weken verwijderd. U krijgt daarvoor een afspraak op de poli plastische chirurgie, maar het is ook mogelijk het bij uw huisarts te laten doen. Afhankelijk van de locatie van de wond en de grote worden soms alleen onderhuidse hechtingen gebruikt, hechtingen van de huid hoeven dan niet meer te verwijderend te worden. De hierboven beschreven behandelingen nemen ongeveer tien tot twintig, bij wat grotere ingrepen soms 50 minuten in beslag.
Wat zijn de resultaten van de chirurgische behandeling ?
Vaak is de afwijking in één behandeling verwijderd. Soms komt het voor dat er meer dan één behandeling nodig is, of dat de afwijkingen in meerdere sessies moet worden uitgevoerd. De behandeling gaat bijna altijd gepaard met littekenvorming, bij de ene persoon wordt de litteken mooier dan bij de andere. Dit heeft vooral te maken met uw huidtype. Littekens hebben soms de neiging breed en dik te worden (hypertroof litteken / keloid). Het is altijd het streven van de plastisch chirurg het meest beste cosmetisch resultaat te bereiken. Als de patiënt niet tevreden is met het resultaat is het belangrijk om hierover contact op te nemen met de plastisch chirurg door wie hij of zij behandeld werd om over eventuele aanvullende behandelingen (laser, littekenzalf, litteken pleisters) te informeren.
Wat zijn de bijwerkingen of nadelen van deze behandeling ?
Bij eventuele napijn mag u een pijnstiller nemen (bij voorkeur Paracetamol), echter geen aspirine in verband met de kans op nabloedingen. Een mogelijke complicatie is een bloeduitstorting, vooral bij een ingreep in het gezicht, waarbij ook meestal een zwelling optreedt. Een andere complicatie is een infectie, die zich uit door pijn, zwelling, roodheid en pus uit de wond.
Welke voorzorgsmaatregelen moet u nemen ?
Als u bloedverdunnende middelen gebruikt zoals Sintromitis, Acenocoumarol, Ascal, Aspirine of Carbasalaatcalcium dient u dit vooraf aan de arts te melden, zelfs bij voorkeur bij het maken van de afspraak. Sommige patiënten hebben bij operaties antibiotica nodig i.v.m. een bepaalde hartafwijking. Als u een hartafwijking heeft dient u dit aan de arts te melden voordat de afspraak voor behandeling is gemaakt. Geef aan of u een allergie heeft,(jodium, rode pleister e.d.)!
Wanneer dient u uw arts te waarschuwen ?
Neem bij problemen ( zoals een nabloeding, hevige pijn, infectie) contact op met uw ziekenhuis.