Het basaalcelcarcinoom (BCC) is de meest voorkomende vorm van (huid)kanker. De kwaadaardige veranderingen ontstaan in de basale cellen van de opperhuid. Andere benamingen zijn basocellulair carcinoom of basalioom. Per jaar wordt in Nederland bij meer dan 20.000 mensen een basaalcelcarcinoom vastgesteld en dit aantal neemt de laatste jaren nog verder toe. Basaalcelcarcinomen zijn goed te behandelen, maar om redenen die hieronder worden uitgelegd, blijft men vaak nog enkele jaren en soms levenslang onder dermatologische controle.
Hoe ontstaat een basaalcelcarcinoom?
Blootstelling aan zonlicht blijkt een belangrijke rol te spelen bij het ontstaan van huidkanker. De cellen van de opperhuid zijn uitgerust met een speciaal reparatiesysteem om schade aan genetisch materiaal in de celkern (DNA), ontstaan door zonlicht (ultraviolet licht [UV]), te herstellen. Het hele leven lang is het dagelijks nodig dat beschadigd DNA wordt hersteld, waarbij er na uitgebreid zonnebaden meer schade hersteld moet worden dan na geringe zonblootstelling. Af en toe wordt een DNA beschadiging op een belangrijk punt in het erfelijke materiaal niet of onvoldoende gerepareerd en ontstaat er een kankercel, die ongecontroleerd begint te groeien, waarna in de loop der tijd huidkanker ontstaat.
Het is duidelijk dat voor het ontstaan van basaalcelcarcinomen een zonverbranding in de vakantie (=intermitterende blootstelling) waarschijnlijk een belangrijkere rol speelt dan bijvoorbeeld continue zonblootstelling zonder te verbranden (=cumulatieve blootstelling). Bovendien blijkt zonnebeschadiging vooral in de kinderjaren meer gevolgen te hebben dan later in het leven. Overigens zijn er nog andere factoren dan blootstelling aan UV-licht die een rol spelen bij het ontstaan van basaalcelcarcinomen. We weten dit omdat basaalcelcarcinomen soms ontstaan op plaatsen die niet of nauwelijks in de zon zijn geweest, of ontstaan in een litteken na röntgenbestraling. Ook erfelijke factoren spelen een rol o.a. het huidtype.
Wat zijn de verschijnselen?
Er zijn verschillende vormen van het basaalcelcarcinoom. Ze hebben met elkaar gemeen dat op de huid een langzaam groeiend roze, huidkleurig of lichtbruin knobbeltje ontstaat, dat geleidelijk groter wordt. Vaak ontstaat in het midden een donker korstje, dat al bloedt bij lichte aanraking. Meestal zijn er geen klachten van jeuk of pijn. Het weefsel van het knobbeltje is wat glazig, glanzend en toont soms kleine bloedvaatjes. Bij verdere groei kunnen niet-genezende wondjes ontstaan.
Er zijn verschillende typen basaalcelcarcinoom te onderscheiden:
- nodulair basaalcelcarcinoom (meest algemeen): glazig huidkleurig papeltje, vaak met kleine bloedvaatjes erin zichtbaar (teleangiectasieen). Bij grotere exemplaren vaak met een kratertje centraal. Groeit over het algemeen langzaam.
- sprieterig groeiend basaalcelcarcinoom: uiterlijk lijkend op het nodulair groeiend type. Vaak is de grens tussen het tumortje en de normale huid niet goed te onderscheiden. Het type wordt ‘sprieterig’ genoemd omdat het in de huid kleine uitlopertjes vormt.
- oppervlakkig groeiend basaalcelcarcinoom: dit type groeit zeer oppervlakkig in de huid. Het kan erg lijken op een eczeemplekje
- romphuidcarcinoom: dit is ook een oppervlakkig groeiend basaalcelcarcinoom dat vooral op de romp gezien wordt. De relatie met zonlichtblootstelling is minder duidelijk dan bij andere typen basaalcelcarcinoom.
- ciccatriserend en morphea-type basaalcelcarcinoom
Basaalcelcarcinomen ontstaan op een zonbeschadigde huid vooral in het gezicht, op en om de neus, de slapen en de oren. Een bijzondere vorm is het ‘romphuid basaalcelcarcinoom’ dat, zoals de naam al zegt, vooral op de huid van borst en rug voorkomt. Deze vorm lijkt sterk op een eczeem plek echter zonder de voor eczeem kenmerkende intense jeuk en zonder dat het plekje reageert op zalf voor eczeem.
Hoe wordt de diagnose gesteld?
Hoewel de verschijnselen van een basaalcelcarcinoom erg kenmerkend zijn, zal toch vaak onder plaatselijke verdoving een stukje weefsel worden weggenomen (een biopt) voor microscopisch onderzoek. Indien het gezwelletje nog erg klein is, kan worden besloten het direct definitief (chirurgisch) te verwijderen. Het weefsel wordt vervolgens opgestuurd om achteraf de diagnose alsnog te bevestigen en om te zien of het helemaal verwijderd is.
Wat is de behandeling?
Er zijn verschillende behandelmogelijkheden. De keuze voor de behandelvorm is afhankelijk van het type basaalcelcarcinoom, de grootte ervan alsmede de locatie op het lichaam. Het is in het bestek van deze folder niet mogelijk de exacte indicaties voor de boven genoemde en andere technieken te noemen, doch uw dermatoloog of plastisch chirurg kan u uitleggen waarom hij of zij in uw geval een bepaalde methode adviseert.
Leidraad hierbij zijn twee uitgangspunten:
1. de tumor dient in z’n geheel (radicaal) te worden verwijderd en
2. het mooiste cosmetische eindresultaat zal worden nagestreefd.
Chirurgie
Dit is de ‘gouden standaard’ behandeling. De voordelen van chirurgie zijn:
- De verwijderde tumor kan worden onderzocht door de patholoog, zodat bekend is of de tumor geheel verwijderd is.
- De genezing van het litteken is doorgaans snel.
- Het is een relatief weinig belastende behandeling.
- Het nadeel is dat grote tumoren soms grote en ingewikkelde operaties vereisen.
Welke vormen van chirurgie zijn er?
In de meeste gevallen zal een basaalcelcarcinoom onder plaatselijke verdoving chirurgisch worden verwijderd (excisie), waarbij rekening wordt gehouden met het beste cosmetische resultaat. Als het niet mogelijk is de wondranden direct te sluiten, zal gebruik worden gemaakt van een plastiek: een techniek waarbij huid van elders wordt verschoven om de wond toch mooi te kunnen sluiten.
Ovaalvormige excisie
Het basaalcelcarcinoom wordt verwijderd onder lokale verdoving. Om de huid na het verwijdere van de tumor weer goed te kunnen sluiten wordt de tumor met een ovaalvormig stukje huid verwijderd. Er wordt altijd enkele millimeters marge genomen om er zeker van te zijn dat de tumor geheel verwijderd wordt. De randen van de operatiewond worden vervolgens naar elkaar toe gebracht en gehecht.
Transposities
Wanneer een ovaalvormige excisie niet mogelijk is (bijvoorbeeld omdat er te weinig ‘ruimte’ of ‘rek’ in de huid is om de wondranden naar elkaar toe te brengen) kan soms een huidtranspositie uikomst brengen. Hierbij wordt het defect in de huid (waar de tumor gezeten heeft) gesloten door van nabij gelegen huid een stukje in het defect te schuiven of te draaien. Er zijn vele soorten transposities mogelijk, afhankelijk van de plaats en grootte van de tumor.
Transplantaties
Bij sommige zeer grote basaalcelcarcinomen is het niet meer mogelijk de huid op een normale manier te sluiten en volgt er een huidtransplantatie. Voor transplantaties in het gezicht wordt als ‘donorhuid’ vaak de huid achter het oor gebruikt, omdat deze qua structuur nog het meest op dat van de gezichtshuid lijkt.
Wat houdt de chirurgische behandeling in?
Nadat u plaats heeft genomen op de behandeltafel, wordt het te behandelen gebied schoongemaakt met een desinfecterend middel. Dan volgt er een plaatselijke verdoving door middel van een injectie. Het inspuiten van de vloeistof voelt wat branderig aan. Na de verdoving voelt u geen pijn meer, wel voelt u dat de plastisch chirurg bezig is. Het te opereren gebied wordt afgedekt met een steriele doek die u niet aan mag raken. Als u in het gezicht bent geopereerd worden de hechtingen na een week zoms 10 dagen verwijderd. Elders op het lichaam worden de hechtingen na twee weken verwijderd. U krijgt daarvoor een afspraak op de poli plastische chirurgie, maar het is ook mogelijk het bij uw huisarts te laten doen. De hierboven beschreven behandelingen nemen ongeveer tien tot twintig, bij wat grotere ingrepen soms 50 minuten in beslag.
Wat zijn de resultaten van de chirurgische behandeling?
Vaak is de afwijking in één behandeling verwijderd. Soms komt het voor dat er meer dan één behandeling nodig is, of dat de afwijkingen in meerdere sessies moet worden uitgevoerd. De behandeling gaat bijna altijd gepaard met littekenvorming, bij de ene persoon wordt de litteken mooier dan bij de andere. Dit heeft vooral te maken met uw huidtype.
Wat zijn de bijwerkingen of nadelen van deze behandeling?
Bij eventuele napijn mag u een pijnstiller nemen (bij voorkeur Paracetamol), echter geen aspirine in verband met de kans op nabloedingen. Een mogelijke complicatie is een bloeduitstorting, vooral bij een ingreep in het gezicht, waarbij ook meestal een zwelling optreedt. Een andere complicatie is een infectie, die zich uit door pijn, zwelling, roodheid en pus uit de wond.
Welke voorzorgsmaatregelen moet u nemen?
Als u bloedverdunnende middelen gebruikt zoals Sintromitis, Acenocoumarol, Ascal, Aspirine of Carbasalaatcalcium dient u dit vooraf aan de arts te melden, zelfs bij voorkeur bij het maken van de afspraak. Sommige patiënten hebben bij operaties antibiotica nodig i.v.m. een bepaalde hartafwijking. Als u een hartafwijking heeft dient u dit aan de arts te melden voordat de afspraak voor behandeling is gemaakt. Geef aan of u een allergie heeft (jodium, rode pleister e.d.)!
Wanneer dient u uw arts te waarschuwen?
Neem bij problemen ( zoals een nabloeding, hevige pijn, infectie) contact op met uw ziekenhuis. Andere technieken die af en toe gebruikt worden zijn:
- cryochirurgie, waarbij het weefsel van de tumor gecontroleerd bevroren wordt met vloeibare stikstof, waarna de wond vanzelf geneest
- radiotherapie (bestraling)
- een celdodende zalf (fluorouracil)
- curettage en coagulatie waarbij het weefsel wordt afgeschraapt met en scherp instrument (curettage) en vervolgens weggebrand, gevolgd door afschrapen van het verkoolde weefsel.
Wat te doen als de tumor terug komt (recidief tumor)?
Ook bij een recidief, dit wil zeggen dat de tumor op dezelfde plaats terug komt, is de behandeling bij voorkeur chirurgisch.
Wat kunt u zelf nog doen?
Uiteraard is het van belang overmatige zonblootstelling voortaan te vermijden. Het is van belang om te zorgen dat kinderen niet verbranden in de zon. De Nederlandse Kanker bestrijding/Koningin Wilhelmina Fonds heeft hieromtrent goede voorlichtingsfolders, die gratis kunnen worden aangevraagd via telefoon 0800-0226622. Kort samengevat zijn hier 3 richtlijnen om ervoor te zorgen dat u niet te veel in de zon komt. Blijf tussen elf en drie uur in de schaduw. Draag een pet of hoed in de zon. Gebruik een antizonnebrandcrème met beschermingsfactor boven de 10 op huiddelen die niet worden bedekt door kleding. Vergeet vooral niet op en om neus en oren te smeren. Voor alle duidelijkheid: Antizonnebrandmiddelen dienen om de huid te beschermen en dus niet, zoals zeer vaak wordt gedacht, om de tijd dat men in de zon kan blijven te verlengen en zeker niet om mooier bruin te worden.
Wat zijn de vooruitzichten?
Van groot belang is te weten dat basaalcelcarcinomen niet uitzaaien en dat niemand aan deze vorm van huidkanker overlijdt. Het is wel belangrijk om basaalcelcarcinomen te behandelen, omdat deze tumoren niet vanzelf genezen en langzaam groter worden. In ongeveer 4-10% van de gevallen komt de tumor na de eerste behandeling op dezelfde plek op de huid weer terug. Verder is het van belang opmerkzaam te blijven op nieuwe basaalcelcarcinomen, omdat bij ongeveer 25% van de mensen ergens anders op de huid opnieuw een basaalcelcarcinoom ontstaat.
Bij de controlebezoeken aan uw dermatoloog wordt niet alleen gelet op een recidief maar ook op eventuele nieuwe huidtumoren. Afhankelijk van de omstandigheden, zoals bijvoorbeeld het aanwezig zijn van meerdere basaalcelcarcinomen, de plaats van het basaalcelcarcinoom of een recidief, zult u 5 jaar onder controle blijven. Er bestaat in Nederland geen patiëntenvereniging voor mensen met een basaalcelcarcinoom. Voor aanvullende informatie over huidaandoeningen en patiëntenverenigingen, kunt u zich wenden (dagelijks tijdens kantooruren) tot de Huidfederatie/Nationaal Huidfonds, via de huid-infolijn: tel. 026-3514160.