Trigger finger of haperende vinger
Een haperende vinger of trigger finger is het gevolg van een irritatie van de buigpees van één van de vingers of duim in de peesschede (dit is de tunnel, waar de pees doorheen glijdt). In het begin voelt u een lichte pijn of irritatie bij het buigen van de vinger of duim, vooral wanneer u iets vastgrijpt. Doordat de pees steeds dikker wordt, verergerd de pijn en op een gegeven moment kunt u uw vinger niet meer op eigen kracht strekken. U voelt dan bij het strekken een ‘knapje’ en soms pijn. Uw arts kan de diagnose over het algemeen eenvoudig aan de hand van het lichamelijk onderzoek stellen. Wanneer het beeld niet geheel duidelijk is, laat de arts soms een foto van de hand maken om een andere oorzaak – zoals een botafwijking – uit te sluiten.
Meer informatie bij de Nederlandse Vereniging voor Handchirurgie
Oorzaak
De oorzaak van de irritatie is meestal niet duidelijk. Soms kan een overbelasting van de hand en vinger een rol spelen. Deze irritatie veroorzaakt een verdikking van de buigpees, waardoor deze niet goed meer door de peesschede glijdt en in de peesschede kan vastlopen. Deze verdikking ontstaat meestal ter hoogte van het gewricht, dat zich op de overgang van de vinger of duim naar de handpalm bevindt. Hier is de peesschede iets nauwer. Door deze verdikking kan een gebogen vinger zich niet meer strekken en moet de vinger geholpen worden bij het strekken. Hierbij wordt de verdikking van de buigpees door de vernauwing in de peesschede getrokken en dit is een pijnlijk gevoel. Een haperende vinger is in ieder geval een onschuldige, maar wel lastige afwijking.
Behandeling
Als de hapering niet al te ernstig is, kan de irritatie van de buigpees tot rust gebracht worden met behulp van een injectie in de peesschede. De vloeistof, die wordt ingespoten, is een combinatie van een verdovingsmiddel met een corticosteroïdpreparaat, dat irritatie en zwelling opheft. Daarna wordt enige rust voorgeschreven. Het resultaat van deze behandeling is niet altijd blijvend en de klachten kunnen dan toch weer terugkeren. Meestal zal de orthopedisch- of plastisch chirurg u dan een kleine operatie voorstellen.