Bij de ze oefening moeten de bewegingen langzaam worden uitgevoerd. De buigpees mag rustig worden aangespannen.
- maak de duim en vingers helemaal recht, waardoor de pols en hand op één lijn staan;
- maak met de duim om de beurt elk van de drie positief: allebei de gewrichten buigen, alleen het eerste gewricht en alleen het tweede gewricht buigen;
- houd iedere positie 5 tellen vast;
- maak de duim na elke positie eerst weer helemaal recht, daarna wordt de duim pas in de volgende positie geplaatst;
- herhaal elke positie 5 keer en doe de oefeningen 3 keer op een dag.