Behandeling buigpeesoperatie de duim
U heeft een buigpeesoperatie aan de duim ondergaan. Voor verdere behandeling komt u na uw operatie bij de handtherapeut terecht voor de nabehandeling van de buigpeesoperatie. Aan de binnenkant van de duim loopt een buigpees. Deze zorgt ervoor dat de duimgewrichten kunnen buigen. Om deze pees zit een koker: de buigpeeskoker. Om de duim goed te kunnen buigen en strekken, moet de pees gemakkelijk kunnen bewegen en soepel door de buigpeeskoker kunnen glijden.
Meer informatie bij de Nederlandse Vereniging voor Handchirurgie
Buigpeesletsel na de operatie
Tijdens uw operatie is de buigpees gehecht. Dat wil niet zeggen dat de pees gelijk weer op volle sterkte is. De eerste twaalf weken bestaat nog de kans dat de pees opnieuw gaat scheuren. Dit vindt plaats bij (onverwachte) bewegingen. Echter wanneer de duim alleen stil wordt gehouden kunnen er bewegingsbeperkingen ontstaan. Bij het herstel van de pees ontstaat er altijd (in meerdere of mindere mate) littekenweefsel. Juist dit littekenweefsel kan problemen veroorzaken, zoals verklevingen. Als er teveel littekenweefsel ontstaat, kan de pees onvoldoende ten opzichte van de buigpeeskoker glijden. De duim kan dan niet meer volledig gebogen of gestrekt worden.
Nabehandeling buigpeesletsel
Een goede nabehandeling zorgt ervoor dat de pees voldoende rust krijgt om te genezen, maar ook voldoende beweging krijgt om soepel te blijven glijden in de peeskoker, zodat er geen bewegingsbeperkingen ontstaan. De nabehandeling is ingedeeld in 3 fasen. In elke fase doet u andere oefeningen voor de duim. De handtherapeuten doen de oefeningen dus altijd samen met u, voordat u deze thuis zelfstandig kunt uitvoeren. Door het uitvoeren van onderstaand oefenprogramma is de kans op het opnieuw knappen van de pees aanzienlijk kleiner. Wij raden u aan dit oefenprogramma dus zorgvuldig te volgen.
Fase 1 (week 0 t/m 4 na de operatie)
De eerste vier weken na de operatie krijgt u een spalk aangelegd, ook wel een Kleinertspalk genoemd. In de spalk wordt de duim gebogen door een touwtje (veertje) dat aan de nagel vastzit. Dit is nodig omdat er geen kracht gezet mag worden met de gehechte buigpees. Het touwtje (veertje) neemt tijdelijk de functie van de buigpees over. U mag wel zelf strekken in de spalk, uw strekpees is namelijk niet kapot. Het is zelfs belangrijk dat u de duim volledig strekt. Op deze manier is het mogelijk de gehechte pees te laten bewegen zonder dat er te veel kracht op de peeshechting gezet wordt. Als u de pees laat bewegen (glijden), voorkomt u zoveel mogelijk verklevingen.
Fase 2 (week 5 en 6 na de operatie)
Na vier tot zes weken mag de spalk af. Als de arts hier goedkeuring voor geeft en krijgt u een polsbandje. U blijft de spalk ’s nachts en in een drukke omgeving gewoon dragen.
Fase 3 (week 7 t/m 12 na de operatie)
Vanaf de zevende week mag de polsband af en hoeft u ’s nachts de spalk niet meer te dragen. U mag nu zonder kracht te zetten lichte dagelijkse activiteiten verrichten (zie hieronder). Uw therapeut bespreekt met u wat u wel en niet mag doen. Mocht u twijfelen of activiteiten wel of niet mogelijk zijn kunt u dit altijd vragen aan uw handtherapeut. De oefeningen blijven belangrijk. Onder begeleiding van de therapeut worden de oefeningen verder uitgebreid.
Tijdens de zevende en achtste week mag u niet meer dan een halve kilo gewicht met uw geopereerde hand tillen. Als uw hand rood en/of dik wordt of gaat zweten, dan wordt de hand te veel en/of te zwaar ingeschakeld. Verminder dan uw activiteiten in overleg met uw therapeut en/of arts.
Uw hand mag weer gebruikt worden tijdens het wassen, aan- en uitkleden, eten en dergelijke. Zware voorwerpen (zoals een winterjas) moeten wel met de goede hand gedragen worden. Alleen lichte huishoudelijke werkzaamheden, zoals afstoffen en afwassen van kopjes en ontbijtborden, mag u proberen zelf te doen. Zware voorwerpen mag u nog niet tillen. Zelfstandig autorijden, motorrijden, fietsen of iets dergelijks, is nog niet toegestaan. Het hervatten van werk en het uitoefenen van sportactiviteiten of hobby’s is alleen toegestaan na overleg met uw therapeut en/of arts.
Vanaf de negende week mag de belasting van uw hand opgebouwd worden naar een kilo. Autorijden en fietsen is weer veilig vanaf week 10. Het hervatten van werk evenals het uitoefenen van sportactiviteiten of hobby’s blijft alleen toegestaan na overleg met uw therapeut en/of arts. Na 12 weken mag u de hand weer volledig belasten, mits er geen complicaties zijn en u geen zwaar belastend werk heeft. Mocht u nog vragen hebben kunt u altijd terecht bij uw handtherapeut.