Bij de weefsel-expansie rekt men met behulp van een ballon (tissue expander) een gedeelte van de huid uit. Vervolgens wordt de uitgerekte huid gebruikt als bedekking van aangrenzende beschadigde huid. De beschadigde huid kan zijn een litteken, huidtumor, etc., etc. Ook kan de weefsel-expansie worden gebruikt bij mammareconstructie waarbij de huid naast het amputatielitteken moet worden opgerekt. Deze methode is toe te passen in bijna ieder deel van het lichaam. Er zijn grenzen aan de toepassingsmogelijkheden van weefsel-expansie. Soms is het nodig om de ingreep meerdere malen te herhalen.
Het is goed te realiseren dat soms extra littekens moeten worden gemaakt. Tevens zullen er ook altijd littekens blijven bestaan. Behoudens de normale risico’s van een plastisch chirurgische operatie kan het zijn dat de ballon niet wordt verdragen door de patiënt en tevens kan er ook weefselversterf optreden waarbij de prothese naar buiten kan komen. De ballon wordt meestal met een zoutoplossing (= fysiologisch zout) door middel van een slangetje met ventiel opgepompt. In een enkel geval kan een opgepompte weefsel-expander weer leeg lopen. Dit komt als het ventiel c.q. slangetje niet goed functioneert. Ook kan de ballon zelf lekken. In dit geval moet er een nieuwe weefsel-expander worden ingebracht door middel van een nieuwe operatie. Ook bij de andere complicaties zijn er meestal extra operaties nodig om de ontstane situatie te verbeteren.
De opnamen in het ziekenhuis duren meestal enkele dagen, maar in principe zijn tenminste twee operaties nodig. De poliklinische behandeling – het opvullen van de ballon en de controles – neemt enkele maanden in beslag. De operatie wordt uitgevoerd in algemene narcose. Via een snede in de huid wordt een onopgeblazen ballon met een slangetje en ventiel onder de huid aangebracht. De plaats ligt vlak naast het gebied waar normale huid aanwezig is of waar extra huid nodig is. Nadat de wonden zijn genezen wordt er een begin gemaakt met het opvullen van de ballon. De plastisch chirurg spuit door de huid via het ventieltje een zoutoplossing in de ballon. De ballon zet uit en rekt de huid mee. Hierna heeft U een paar uur lang wat ongemak. Ter plaatse van de ballon ontstaat dus bij elke inspuiting een toenemende zwelling. Deze kan storend zijn, maar is niet te vermijden. Wanneer de huid voldoende is opgerekt wordt in een tweede operatie de ballon verwijderd en de extra huid gebruikt voor het geplande doel. Het herstel van de tweede operatie is niet in zijn algemeenheid te beschrijven, het is mede afhankelijk van de plaats en de omvang van het behandelde gebied.
Zonder meer mag worden gesteld dat men met gebruik van weefsel-expanders resultaten kan verkrijgen die op een andere manier niet te verwezenlijken zijn. Helaas is gedeeltelijk of geheel mislukken van de behandeling niet altijd uit te sluiten.