Aangeboren lip-, kaak- en gehemeltespleten
Een belangrijke groep van aangeboren aandoeningen mag zeker niet onbesproken blijven, de patiënten met lip-, kaak- en gehemeltespleten. Deze afwijkingen zijn zo bekend en komen overal ter wereld voor, dat het in de volksmond hazenlip wordt genoemd. Wij noemen het tegenwoordig liever een lipspleet of schisis.
Schisis is afgeleid van het Griekse woord voor splijting, dat eigenlijk niet geheel juist is. Lipspleten ontstaan niet doordat weefsel scheurt of splijt, maar ze worden veroorzaakt door het niet versmelten en vergroeien van verschillende naast elkaar liggende embryonale delen. Het betreft dus geen splijting maar een uitgebleven vergroeiing [versmelting] van een reeds bestaande spleet die rondom de achtste week van de ontwikkeling gesloten behoord te zijn. Dit sluitingsproces blijft om de een of andere nog niet volledig opgeloste manier uit en bij ongeveer 1: 600 pasgeborenen komt in de een of andere vorm een lip-, kaak- of gehemeltespleet voor.
Soms betreft het alleen de lip of alleen het gehemelte. Maar er komen ook vormen voor die wij compleet noemen, waarbij de spleet door de lip, de neusbodem, de kaakboog en het harde en zachte gehemelte tot in de huig toe doorloopt. Deze afwijkingen kunnen zowel aan één als aan twee zijden voorkomen. De problemen bij de behandeling zijn zeer gecompliceerd en dit is de reden dat speciale teams van deskundigen zich met deze materie bezighouden. Deze zogenoemde schisisteams begeleiden en behandelen de patiënten met aangeboren lip- en gehemeltespleten vanaf de geboorte tot de leeftijd van ongeveer 18 jaar.
Lip- en gehemeltespleten kunnen grote gevolgen hebben voor de ontwikkeling van het gehoor, de voeding, slik- en kauwfunctie, de gebitsontwikkeling, de spraak en het uiterlijk. Behandeling vindt plaats in speciaal ingerichte behandelingscentra in bijvoorbeeld kinderziekenhuizen door schisisteams met duidelijke behandelingsprotocollen.
Meer informatie: www.schisis-team.nl